In Nederlands No English
Home page Organizational Structure Launches Projects Rocket motors Pictures NERO History Join NERO Definitions Safety Research Links Sitemap Search
NERO Projecten H10 raket H10a vlucht
Logo  

Verslag H10a raketvlucht



Inhoud
1 Inleiding
2 Vluchtverloop
3 Vluchtanalyse

Op de lanceerdag van 27 mei j.l. werd de eerste tweetraps raket uit het hoogterecord project gelanceerd, de tweetraps H10a. Bij deze vlucht werden een aantal mechanische aspecten van de raket getest, zoals het ontkoppelsysteem en parachutes.



 

1.

 

Inleiding [Top] [Inhoud]


Op de lanceerdag van 27 mei j.l. werd de eerste tweetrapsraket uit het hoogterecord project gelanceerd, de tweetraps H10a. Bij deze vlucht werden een aantal mechanische aspecten van de raket getest, zoals het ontkoppelsysteem en parachutes. De aėrodynamica van de separatie is onderwerp van studie, de enige kwantitatieve gegevens die tot op heden beschikbaar zijn van de separatie van een tweetrapsraket, zijn afkomstig van de vlucht van de H7e uit 1999. De H10a lijkt uiterlijk wel enigszins op zijn voorganger maar is toch geheel nieuw ontworpen. Verder vloog de H10a met Thrust-18 motoren in zowel de eerste als de tweede trap. Om de maximale hoogte binnen de limiet van het ASK te houden moest niet minder dan 3 kg lood worden toegevoegd. De elektronica aan boord bestond uit een set timers voor het uitvoeren van de separatie en ontsteking van de tweede trap, en een RDAS voor instrumentatie en de parachutering van de tweede trap. De eerste trap had een eigen timer en parachute


 

2.

 

Vluchtverloop [Top] [Inhoud]


 Probleem van de vluchten van tweetrapsraketten is dat er binnen korte tijd zoveel gebeurt dat je niet weet waar je je aandacht op moet richten. Gelukkig was de AWBM met een Doppler-radar systeem aanwezig voor het vastleggen van de snelheid van de raket en zou via de RDAS detailinformatie over het verloop van de vlucht kunnen worden verkregen. In ieder geval steeg de raket op het oog stabiel op en een lichte koersverandering zou kunnen worden geļnterpreteerd als om de wind klimmen. Ook de separatie verliep volgens het boekje. De raketdelen verwijderden zich gelijkmatig van elkaar en de ontsteking van de twee trap was uitstekend waar te nemen tegen de overigens wolkenloze blauwe lucht. Wat er kort na het ontsteken van de tweede trap gebeurde was echter een unicum in de geschiedenis van de NERO: halverwege de brandtijd kantelde de raket in een fractie van een seconde naar voren en vervolgde zijn weg recht van het publiek af waardoor hij leek op lossen in de lucht. De raket, die niet in staat is zichzelf te redden vanuit een dergelijke scheve vluchtbaan, boorde zich kilometers verder in de grond. Door een groot toeval werd de inslag waargenomen door twee alerte toeschouwers die in staat waren de richting aan te geven. Mede door deze aanwijzingen kon de tweede trap van de raket een week later door personeel van het ASK worden gevonden (dit was op de lanceerdag zelf niet gelukt doordat aanvankelijk in een verkeerde sector was gezocht). De plaats van de inslag lag op 2660 meter van de lanceertoren. De tweede trap was volkomen samengeperst door de inslag. Door een wonder was de RDAS in het wrak echter deels intact gebleven, in ieder geval zo dat het mogelijk bleek de flash EEPROM met de vluchtdata er uit te peuteren en (na rechtbuigen van de pootjes) in een andere RDAS uit te lezen. Daarbij bleek ook nog eens de volledige vlucht tot en met de inslag door de RDAS te zijn vastgelegd, dus er was geen data verloren gegaan! De vlucht analyse is dan ook voor een groot deel gebaseerd op gegevens uit de RDAS, en hierdoor kon meteen al een aantal mogelijke faalscenario's naar de prullenbak verwezen worden.


 

3.

 

Vluchtanalyse [Top] [Inhoud]


Figuur 1 geeft het verloop van de vlucht weer aan de hand van de drukhoogte-tijd, dus de hoogte berekend uit de drukregistratie van de RDAS. Hierbij is gecorrigeerd voor afwijkingen van de standaardatmosfeer. De belangrijkste gegevens zijn samengevat in de onderstaande tabel.
Gebeurtenis tijd (sec) hoogte (m) snelheid (m/s) baanhoek (graden)
verlaten toren 0,40 7,5 40 85
max. snelheid 1e trap RDAS radar 1,03   79,45 79,5  
einde brandtijd eerste trap ~1,1 52 78,9 84,4
separatie (ontsteker, timer) 2,06      
laatste contact twee trappen 2,3      
ontsteking tweede trap (timer) 3,8      
tweede trap levert stuwkracht 4,71 277 41 ~ 79,2
begin anomalie stuwkracht 5,135      
koersverandering (drukpiek) 5,2 - 5,7      
einde brandtijd tweede trap ~5,9 ~ 326 > 190,2 < 40,9
hoogste punt 18,4 1160   0
uitwerpen luik ("loods") 22,0 1090    
activeren deblocking device ("main") 32,5 178   ~ -70
einde registratie / inslag 43,635     -80…-90
Tabel 1: vluchtverloop H10A (cursief: uit reconstructie of Flight3 simulatie)
 
Uit de data blijkt dat de elektrische systemen aan boord goed hebben gewerkt: de timers werkten op de geprogrammeerde tijdstippen en de smart recovery acties van de RDAS werden ook correct uitgevoerd. De volgende observaties kunnen worden gemaakt:
  1. Separatiesysteem Het totale proces van activeren ontsteker tot het laatste contact tussen de trappen duurt ongeveer 0,24 seconde.
  2. Thrust-18 motor eerste trap Piekstuwkracht, brandduur en stuwkrachtsverloop lijken sterk op dat van de motor gebruikt bij de vlucht van de H11C. Totale en specifieke impuls moeten nog gereconstrueerd worden.
  3. Thrust-18 motor tweede trap Er was een vrij lange vertraging van niet minder dan 0,9 seconde tussen het activeren van de ontsteker en het uitblazen van het membraan (wat een piek in de versnelling veroorzaakt). Het ging mis door een anomalie bij het branden van de motor, en het moment waarop deze optrad kan met vrij grote nauwkeurigheid worden aangegeven omdat dit hoogstwaarschijnlijk correleert met een grote negatieve spike op 5,135 sec na lift-off, dat is 0,43 sec na het wegblazen van het membraan. Het totale plaatje van het stuwkrachtsverloop, gebaseerd op de axiaal gemonteerde RDAS accelerometer, toont op het oog geen verdere bijzonderheden. Ook voor deze motor moeten de geleverde prestaties nog worden gereconstrueerd.

Door gegevens uit de RDAS te combineren met Flight3 simulaties, foto- en videobeeld- en geluidsmateriaal (in het bijzonder de foto (vorige pagina) van het rookspoor van de tweede trap, met de bizarre knik erin) is het mogelijk vrij nauwkeurig de hoogte, snelheid en koersverandering te berekenen die de raket heeft ondergaan a.g.v. de anomalie. De oorzaak van de koersverandering kan niet aėrodynamisch geweest zijn, de raket was ruim stabiel voor en ook na de separatie. Het kan redelijkerwijs alleen verklaard worden uit een niet-axiaal gerichte stuwkrachtsvector en daarom kan er een relatie zijn met het gegeven dat de Thrust motor een vrijstaande en rondombrandende stuwstofpil heeft. Om die reden zijn een aantal verbeteringen aan de Thrust motor uitgevoerd, waarover in een volgend Bulletin uitvoerig zal worden gerapporteerd. De radarwaarnemingen lijken gevoelig te zijn voor snelle veranderingen van de koers. De radar kon goed uit de voeten met de eerste trap en het deel coasting. Maar vrij snel na het ontsteken van de tweede trap en het begin van de koersverandering nam de signaal-ruis verhouding sterk af wat leidde tot loss-of-track. Het systeem ging daarna over tot extrapolatie van de gemeten snelheid, en kwam daarmee na een paar seconden over de grens van de instellingen (225 m/s limiet). De gemeten waarde van de eerste trap snelheid komt wel binnen 0,1% overeen met de integraal van RDAS accelerometer. Gedetailleerde analyse van de dynamiek van de separatie heeft de lezer ook nog te goed. De verwachting is dat uit de verandering van de luchtweerstand voor en na de separatie beter begrip van de aėrodynamica zal ontstaan. Vooral zal het mogelijk blijken het luchtweerstandsmodel gekoppeld-ontkoppeld te verifiėren. Ook zal de precieze waarde van de horizontale snelheid op het hoogste punt kunnen bepaald. Er kan een link worden gelegd met de weerstandstoename door het uitwerpen van het luik, en dit kan weer gebruikt worden voor een betere berekening van de snelheid bij het activeren van het deblocking device en, last but not least, de inslag. Zo blijven wij ons verbeteren.


Figuur 1 - de H10a drukhoogte als functie van de tijd
Figuur 2 - de H10a accelerometer data


Top Inhoud